Artikel
Een kritisch punt in de bindingssterkte van cellen
Gepubliceerd: 1 April 2022 11:00
Een volwassen menselijk lichaam bestaat uit ongeveer 3 · 1013 cellen, waarvan 10% toebehoort aan vast weefsel. Deze cellen zijn fysiek aan elkaar gebonden via een proces dat celadhesie wordt genoemd. Door middel van adhesiereceptoren gelegen aan de buitenkant van het celmembraan kan een cel zich aan zijn naburige cellen binden. Uiteraard moet de bindingssterkte van deze adhesiereceptoren groot genoeg zijn, anders zouden we spontaan uiteenvallen in een poeltje individuele cellen. Logischerwijs neemt de totale bindingssterkte toe met het aantal adhesiereceptoren. Maar wat gebeurt er bij veranderingen in de membraanstijfheid zoals bijvoorbeeld waargenomen bij tumorcellen? Kan dit leiden tot een sterkere of zwakkere binding?
Auteur: Kristian Blom
Affiniteit & aviditeit
Voordat we deze vraag kunnen beantwoorden moeten we een onderscheid maken tussen de individuele en totale bindingssterke. De individuele bindingssterkte tussen twee adhesiereceptoren wordt ook wel de affiniteit genoemd (zie figuur 1, linkerkolom). De totale bindingssterkte van een cel met één of meer buren heet de aviditeit (zie figuur 1, rechterkolom). Een hogere affiniteit leidt bij een gelijk aantal gebonden receptoren automatisch tot een hogere aviditeit, maar het tegenovergestelde is niet altijd waar! Veranderingen in de stijfheid van het celmembraan kunnen namelijk de aviditeit van een cel veranderen, zonder daarbij de affiniteit van de adhesiereceptoren te veranderen. Om deze verandering in aviditeit te begrijpen moeten we kijken naar de wisselwerking tussen het celmembraan en de adhesiereceptoren die betrokken zijn bij de binding. We beginnen met het celmembraan.
Lees het volledige artikel in het aprilnummer of bekijk hieronder de pdf.