Artikel
Knappe koppen
Gepubliceerd: 1 July 2013 14:00
Op 21 maart organiseerde Museum Boerhaave de Nacht van het Boek. Tijdens dit evenement, dat was georganiseerd in het kader van de Boekenweek 2013, stond naast de wetenschappelijke instrumenten de grote collectie wetenschappelijke boeken van het museum centraal. Bezoekers konden luisteren naar de verhalen die de conservatoren van het museum vertelden over de topstukken van het museum, waaronder de originele uitgaven van de vaak prachtig geïllustreerde boeken die terug gaan tot de 16e eeuw.
Veel van deze verhalen zijn terug te vinden in het boek Knappe koppen, geschiedenis van de wetenschap in Nederland, geschreven door conservatoren Tim Huisman en Ad Maas en gepresenteerd voorafgaand aan de Nacht van het Boek. Het is geen boek met uitgebreide beschrijvingen van wetenschappers of hun ontdekkingen, maar meer een reeks snapshots uit verschillende perioden. Het is zeer rijk geïllustreerd met afbeeldingen van de historische instrumenten en boeken uit het museum, aan de hand waarvan de lezer door de geschiedenis wordt geleid. Enige analogie met de museumgids uit 1991, waar de lezer aan de hand van (voor een deel dezelfde) afbeeldingen van instrumenten met een korte beschrijving door het museum wordt geloodst, valt niet te ontkennen. Iedere ‘knappe kop’, een enkeling als Huygens uitgezonderd, en ieder instrument krijgt dan ook slechts één pagina inclusief illustratie. Daarbij wordt in dit boek het belang van getoonde en besproken wetenschappelijke uitvindingen in een historisch perspectief geplaatst door de hoofdstukindeling, waarbij ieder hoofdstuk een inleidende bladzijde kent die kort zowel de wetenschappelijke en filosofische alsook maatschappelijke context beschrijft. Daarnaast kent het boek, na een los hoofdstuk over de humanisten, drie delen die ieder voorafgegaan worden door een historische schets van een paar bladzijden: de Gouden Eeuw, de Verlichting en de moderne wetenschap.
Het boek beschrijft natuurwetenschap in de brede zin van het woord, dus niet alleen natuur- en sterrenkunde maar ook geneeskunde, chemie en biologie. Zo vinden we, naast de voor ons bekende namen zoals Copernicus, Stevin, Snellius, Van Leeuwenhoek, Huygens, Newton, Van Musschenbroek, ’s Gravesande, Edison, Van der Waals, Lorentz, Kamerlingh Onnes, Einstein, Ehrenfest, De Sitter, Oort, Röntgen, Veltman, 't Hooft, Van der Meer en Geim, ook bijvoorbeeld Vesalius met een beschrijving van diens pionierswerk aan de menselijke anatomie, Clusius en de Leidse hortus botanicus, de chirurgische instrumenten van Solingen, Boerhaave als groots docent geneeskunde, de preparaten van Albinus, de mutatietheorie van plantkundige De Vries, de stereochemie van Van ’t Hoff, de kunstorganen van Kolff, de snaargalvanometer van Einthoven en ’s werelds eerste transgene stier Herman.
De bekende en minder bekende feiten over personen en ontdekkingen worden veelal in de vorm van een verhaal verteld. Zo lezen we over de door Stevin ontworpen zeilwagen met aan boord 28 man, onder wie Prins Maurits en Hugo de Groot, die in 1600 over het strand van Scheveningen naar Petten reed, 80 kilometer in twee uur. Ook lezen we over de secretaris van de Londense Royal Society die Van Leeuwenhoek aanraadde om met zijn uitzonderlijk krachtige microscopen eens te kijken naar lichaamsvochten zoals sperma, wat Van Leeuwenhoek aanvankelijk weerzinwekkend en gênant vond maar hem later toch nieuwsgierig genoeg maakte om van zijn eigen verse sperma te ontdekken dat het bestond uit druk bewegende bolletjes met een lange staart. Daarnaast lezen we dat de eerste druk van de Principia van Newton uit 1687 een magistrale flop werd voor uitgever en boekhandels (een Leidse boekhandelaar stuurde na twee jaar zeven van de twaalf stuks terug naar de uitgever), maar dat in 1713 de tweede editie al beter liep en dat een Amsterdamse roofdruk uit 1714 zelfs een oplage van ongeveer 750 stuks kende. Ook de vulpen waarmee Einstein zijn algemene relativiteitstheorie schreef en die hij later aan Ehrenfest schonk, de onbeantwoorde sollicitatiebrief van Einstein aan het adres van Kamerlingh Onnes en het telegram van Lorentz aan Einstein over de ontdekking van Eddington dat sterrenlicht inderdaad door de zon wordt afgebogen komen aan bod. Een aantal van de verhalen is voor menig lezer van het NTvN waarschijnlijk niet geheel onbekend, maar juist deze verhalende manier van brengen vergroot de leesbaarheid enorm, ook voor de niet-natuurkundige knappe koppen.
Al met al is het een heel aardig boekje om te lezen. De opbouw maakt het heel geschikt om een indruk te krijgen van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland. Het leent zich niet om in een avond uit te lezen, maar meer om in meerdere keren bijvoorbeeld per hoofdstuk te bekijken. Voor de details moet je het niet lezen, voor de context des te meer.
Navraag bij auteur Tim Huisman leerde me dat de aanleiding voor het schrijven van dit boek een aankomende herinrichting van museum Boerhaave is. Sinds de opening van het Museum begin jaren negentig is de inrichting hetzelfde geweest. Om de gedachten te bepalen hoe een herinrichting aan te pakken is dit boek geschreven. Het resultaat is een overzicht van de historie van de Nederlandse wetenschap, het hoofdthema van het museum. De nieuwe inrichting van het museum zal dan ook terug te vinden zijn in dit boek. Daarnaast is het boek natuurlijk een uitnodiging om het museum te bezoeken. Zowel voor als na een herinrichting.
Auteur: Helko van den Brom