Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Vinod Subramaniam

NTvN 91-02

Het februarinummer is uit!

Jocelyn Bell Burnell

Deze maand besteden we in de rubriek Terug in de tijd aandacht aan Jocelyn Bell Burnell, ontdekker van pulsars en voorvechter van gelijke waardering van vrouwen in de wetenschap.

Vorige Volgende

Artikel

Vinod Subramaniam

Gepubliceerd: 1 March 2013 13:00

“Ik denk dat er voor ons een rol is weggelegd in het debat over de wetenschappelijke financiering.”

Auteur: Marieke de Boer.

Kunt u iets vertellen over uw achtergrond, opleiding, werkervaring?
“Ik ben opgegroeid in India en heb gestudeerd en ben gepromoveerd in de Verenigde Staten. Daarna ben ik naar Europa gekomen, eerst naar het Max Planck Instituut voor biofysische chemie in Duitsland en later heb ik in Engeland in de industrie gewerkt. In 2004 werd ik gevraagd om in Twente te komen werken.”

Wat is uw huidige functie?
“Momenteel ben ik hoogleraar nanobiofysica. Daarnaast bekleed ik ook de functie van wetenschappelijk directeur van het instituut voor biomedische technologie en technische geneeskunde MIRA van de Universiteit Twente, ben ik voorzitter van de FOM-werkgemeenschap Physics of Life Processes en voorzitter van het Platform Universitaire Natuurkunde.”

Waarom doet u mee aan de verkiezing?
“Ik ben gebeld door leden van de kiescommissie. Ik had de advertentie wel gezien, maar er verder niet over nagedacht omdat de vertrekkend voorzitter ook in Twente werkt. Ik dacht dat ze nu niet weer iemand uit Twente zouden willen, maar na verdere verkenning van de functie en gesprekken met de kiescommissie, collega’s en FOM-voorzitter Wim van Saarloos heb ik toch besloten om mijzelf verkiesbaar te stellen. Vanuit mijn landelijke functie als voorzitter van het Platform Universitaire Natuurkunde merk ik dat de discipline staat voor grote uitdagingen, onder andere de financiering wordt omgegooid en op veel universiteiten worden tenure track-posities ingezet, die zowel nieuwe kansen als uitdagingen bieden.
Ik denk dat ik kwaliteiten heb die van toegevoegde waarde zijn voor de vereniging. Ik heb een blik van buiten dankzij mijn internationale ervaring. Verder ben ik nog relatief jong, 45 jaar, maar ben lang genoeg in het Nederlandse systeem om de nuances te begrijpen. In de korte tijd dat ik hier ben (9 jaar) heb ik me toch een plek weten te verwerven. De ervaring die ik heb opgebouwd zowel in Twente als in landelijke functies kan helpen bij de functie van voorzitter.

Wat zijn uw plannen als u verkozen wordt tot nieuwe voorzitter?
“Lang niet alle natuurkundigen kennen de NNV. Ik zou graag willen dat mensen van de natuurkundige gemeenschap en zeker ook buitenlandse promovendi, lid worden van de NNV. Ze leveren een geweldige bijdrage aan de natuurkunde en de maatschappij en zijn ook onderdeel van de NNV. Daar zie ik meteen een uitdaging.
Ik denk dat er voor ons een rol is weggelegd in het debat over de wetenschappelijke financiering. Er is enorm veel behoefte aan natuurkundig opgeleide mensen, dat zegt iedereen, ook de industrie. Maar het is tijd om te zeggen: put your money where your mouth is. De industrie kan een belangrijke rol spelen in de financiering. Zoals het nu gaat, met de topsectoren, daar worstelen veel mensen mee, waaronder de universiteiten en NWO. De NNV moet de champion zijn van de natuurkundige gemeenschap, zij moet een belangrijke rol spelen bij het richting geven van het proces door bij die discussie aanwezig te zijn.
Aan de andere kant van het verhaal zie je dat wij als land niet in staat zijn om leerlingen te prikkelen om een bètastudie te kiezen. Er ligt een uitdaging om op middelbare scholen een sfeer te creëren dat bètavakken fantastisch zijn. Veel mensen denken nu dat natuurkundigen nerds zijn, maar dat is niet waar, dat is te simplistisch.
Als ik kijk naar mijn eigen onderzoeksgebied, de biofysica, dat is een mooie mix van harde fysica op het snijvlak van maatschappelijk relevante onderwerpen. Ik werk zelf aan eiwitaggregatie, dat komt voor bij ziektes als alzheimer en parkinson. De fysica wordt losgelaten op ontzettend complexe problemen. In mijn eigen carrière heb ik gezien dat de fysica ontzettend multidisciplinair is geworden. Een aantal van de meest uitdagende problemen ligt op de grensvlakken van de traditionele disciplines. Daar moeten we aandacht aan besteden, de link leggen met de aangrenzende disciplines zoals chemie, biologie en de medische wetenschappen. Ook door samen te werken met andere verenigingen zoals de KNCV en het NiBi. Het mooiste voorbeeld hiervan was FYSICA-CHEMIE afgelopen jaar.

Waarom moet u de nieuwe voorzitter worden?
“Ik denk dat dat een samenvatting is van wat ik net gezegd heb: ik heb een brede blik en belangstelling voor de fysica en jonge mensen. Ik begrijp wat de industrie wil omdat ik daar zelf gewerkt heb en omdat 80% van mijn promovendi naar de industrie gaat. Als je iets wilt doen aan de financiering en de samenwerking met de industrie, dan moet je in staat zijn problemen en projecten te kunnen definiëren. Er is al samenwerking met de industrie, bijvoorbeeld met grote bedrijven als Philips en ASML en veel MKB, maar het moet veel meer een onderdeel worden van onze cultuur. Twintig jaar geleden was samenwerken een vies woord, maar nu worden we gedwongen.”

Waarom bent u voor een vereniging als de NNV?
“Een vereniging zoals de NNV heeft een zeer belangrijke rol. Ze is de belangenbehartiger van de natuurkunde in Nederland. Ontwikkelingen gaan razendsnel. Als je kijkt naar het topsectorenbeleid, dan dreigen de disciplines daar niet goed in verankerd te worden. Maar dat is wel van wezenlijk belang omdat het gaat om financiering. Naast andere belangenbehartigers zoals de universiteiten is het niet slecht om een community te hebben. Elke maand krijg je het NTvN, dat geeft je met alle columns, debatten en hoogtepunten van recent onderzoek een goed overzicht van wat er gebeurt in Nederland. Dat zie je niet als je opgesloten zit in je eigen veld. Dat zou ik wel uitbreiden met Engelstalige bijdragen. Een groot gedeelte van onze promovendi komt uit het buitenland, en die kun je wel makkelijker bereiken met Engels. Je zou met gemak nog een paar honderd extra leden kunnen werven. Verder zijn de FYSICA-dagen geweldig. Er zitten allerlei voordelen aan het lidmaatschap.”

Sinds wanneer bent u lid van de NNV?
“Ik weet niet precies meer wanneer ik lid ben geworden van de NNV, maar volgens mij vlak nadat ik naar Nederland ben gekomen. In 2004 was FYSICA in Twente en ik heb daar een voordracht gegeven. Ik denk dat ik daarna lid ben geworden, want ik was erg onder de indruk van die dag.”

Wat wilt u de kiezers als laatste meegeven?
“De kiezers zullen een verstandige keuze maken. Alle drie de kandidaten zijn waarschijnlijk supergoed. We hebben wel onze eigen visie en kunnen een andere bijdrage leveren. Maar wie je ook kiest, het gaat niet fout.
Ik heb een licht andere visie, ik ben lang genoeg in Nederland om dat te begrijpen. Maar ik neem ervaring en bagage mee, zowel uit de academische wereld als uit de industrie. Als ik ergens voor ga, dan ga ik er volledig voor. Wat mensen van mij kunnen verwachten is passie voor de zaak en enthousiasme. Waar ik veel waarde aan hecht is heel goed luisteren naar de achterban, dat is het hart van de vereniging.”