Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Veranderende, maar ook verschillende openaccessbehoeften

Physics Open is een volledig openaccesstijdschrift dat recentelijk gestart is.

NTvN 90-04

Het aprilnummer is uit!

Zwaartekrachtgolfdetector LISA

De Europese Ruimtevaartorganisatie ESA heeft groen licht gegeven voor de lancering van de zwaartekrachtgolfdetector LISA. Lees meer over deze detector in het aprilnummer. Credits: ESA–C.Carreau.

Vorige Volgende

Artikel

Veranderende, maar ook verschillende openaccessbehoeften

Gepubliceerd: 1 November 2019 11:58

Interessante tijden zijn het zeker voor de wereld van het wetenschappelijk uitgeven waartoe wij, Elsevier, behoren. De steen die cOAlition S (‘Plan S’) vorig jaar in het water heeft gegooid heeft hoge golven veroorzaakt, maar het is nog niet duidelijk waar en hoe hoog deze aan land komen.

Auteur: José Stoop

Boeiende discussie
Speerpunt in Plan S is het voornemen om alle onderzoeksresultaten die gefinancierd zijn door de ondertekenaars van het plan uitsluitend te publiceren in tijdschriften die louter vrij toegankelijke artikelen bevatten en geen abonnees hebben – het ‘gouden’ (golden) openaccessmodel. Nu meandert de discussie rond open access al jaren verschillende kanten op, dus wat Elsevier betreft kan het initiatief zeker worden beschouwd als een serieuze poging om deze discussie bij te sturen.
Een eenvoudige discussie is het niet gebleken. Met het uitvouwen van Plan S kwamen – naast veel bijval – ook vragen en tegenwerpingen. Het plan zou te drastisch zijn; niet alles en iedereen was klaar om een volledige overstap naar de gouden route te maken. Nog afgezien van het feit dat lang niet alle landen dit gouden model voorstaan, vraagt het immers om een volledig ander betaalmodel voor publiceren van wetenschappelijke resultaten. Ook voor auteurs zelf zou een al te rigide uitvoering van het plan consequenties kunnen hebben. Veel toptijdschriften zijn opgezet volgens het abonnementsmodel, waarbij lezers moeten betalen om toegang te krijgen. Auteurs verbieden hierin te publiceren omdat deze tijdschriften niet overeenstemmen met de eisen van Plan S, zou directe gevolgen kunnen hebben voor hun carrière. Zo ligt een wetenschappelijke catch 22 op de loer, wordt gevreesd.
Wat de zaak nog verder compliceert is dat het gebruik van wetenschappelijke artikelen niet een-op-een weggestreept kan worden met het publiceren ervan. Ter illustratie, sommige universiteiten hebben toegang tot een grote partij tijdschriften, maar publiceren zelf mondjesmaat, terwijl andere universiteiten minder gulzige lezers zijn, maar wel aan de lopende band artikelen produceren. Dit maakt dat voor sommige universiteiten de financiële omslag van ‘lezen’ naar ‘publiceren’ wellicht niet gemakkelijk is.
Een onlangs gepubliceerd rapport van het Institute for Scientific Information (ISI) [1] heeft gekeken naar de mogelijke consequenties van Plan S. Zij schatten dat als al het onderzoek dat in 2017 gefinancierd is door ondertekenaars van Plan S volledig open access gepubliceerd zou worden, dit tezamen zo’n 270 miljoen euro aan article processing charges (APC’s) zou kosten: veel meer dan deze fondsen daar momenteel voor hebben uitgetrokken. Nu zitten er allerlei haken en ogen aan het onderzoek. Er is bijvoorbeeld gebruikgemaakt van data waarin die van veel nieuw gelanceerde gouden openaccesstijdschriften nog niet opgenomen zijn en is de besparing door het opzeggen van abonnementen niet meegenomen. Niettemin lijkt het onderzoek te impliceren dat een al te radicale omslag inderdaad misschien niet wenselijk is.

Results in Physics is een openaccesstijdschrift, heeft inmiddels meer dan duizend artikelen op jaarbasis en heeft een Nederlandse hoofdredacteur. Auteurs in VSNU-instellingen kunnen hierin open access publiceren. Physics Open is een volledig openaccesstijdschrift dat recentelijk gestart is.

 

Openaccessinitiatieven
Elsevier hoort, begrijpt en staat achter de roep om open access. Als wetenschappelijke uitgever zien wij het ontsluiten van kennis als belangrijkste opdracht en we proberen dan ook voor ieder vakgebied passende oplossingen te bieden aan de veranderende behoeften. We werken er hard aan om tegemoet te komen aan de toenemende openaccesswensen, maar we willen anderzijds ook de belangen van hen die daar minder betekenis aan hechten niet uit het oog verliezen. En wat we zien is dat veel wetenschappers nog steeds publiceren in tijdschriften met het abonnementsmodel. Dit kan simpelweg zijn uit gewoonte, maar bijvoorbeeld ook omdat hun onderzoeksbudget geen rekening heeft gehouden met de openaccessoptie, zoals de studie van het ISI laat zien.
Om deze reden bieden nagenoeg alle grote wetenschappelijke uitgevers sinds een aantal jaar de hybride optie: de mogelijkheid om open access te publiceren in een regulier abonnementstijdschrift. Deze hybride vorm van open access groeit al jaren gestaag hoewel het wel grote variatie per vakgebied laat zien.
Ook heeft Elsevier vorig jaar het mirror-concept gelanceerd: een gouden openaccesstijdschrift dat is opgezet naast een regulier abonnementstijdschrift. Deze tijdschriften delen het redactionele proces. Bij acceptatie van zijn of haar artikel kan de auteur kiezen om in het abonnementstijdschrift te publiceren, of in de openaccesspendant. Een volledig openaccesstijdschrift dat recentelijk is gestart, is Physics Open, dat qua opzet lijkt op zo’n mirror, maar dan als zodanig fungeert voor verschillende tijdschriften tegelijk. Zo kunnen auteurs – onafhankelijk van welk publicatiemodel ze kiezen – profiteren van de kennis en ervaring van onze gerenommeerde, ervaren redacteuren.
Ook introduceerde Elsevier onlangs een applicatie die bij inzending van een artikel de auteur wijst op openaccessovereenkomsten op institutie- of consortiumniveau waar deze gebruik van zou kunnen maken. We zien nog vaak dat auteurs simpelweg niet op de hoogte zijn van dit soort afspraken, zoals bijvoorbeeld die met het Nederlandse consortium VSNU (Vereniging van Universiteiten). Volgens deze overeenkomst kunnen auteurs momenteel eenvoudig open access publiceren in meer dan tweehonderdvijftig gouden openaccess- en ruim zestienhonderd hybride tijdschriften: een lijst die overigens laatst is uitgebreid en nu ook een aantal natuurkunde- en softwaretijdschriften bevat – inclusief de vijf Physica-tijdschriften die nog jaarlijks fondsen genereren ten behoeve van Stichting Physica.

Verschillende gewoonten
Uiteraard zijn er ook aanzienlijke verschillen in openaccessbehoefte per vakgebied: zo heeft de natuurkunde een aantal interessante en ‘afwijkende’ kenmerken. Dit vakgebied kent bijvoorbeeld sinds een kwart eeuw de preprintserver arXiv, zodat wetenschappelijke resultaten in een vroeg stadium – voordat vakgenoten de kwaliteit hebben beoordeeld – gedeeld kunnen worden. Wat we zien is dat mogelijk door dit mechanisme gedreven de behoefte aan gouden open access in de natuurkunde lager is dan die in andere vakgebieden: veel natuurkundigen lijken tevreden te zijn met het huidige systeem en een publicatie op arXiv als voldoende ‘open’ te beschouwen.
Aan de andere kant is er bijvoorbeeld het SCOAP3-consortium [2] in de deeltjesfysica, dat zichzelf als doel heeft gesteld om alle artikelen binnen hun vakgebied volgens de gouden route te publiceren. Om dit te realiseren heeft Elsevier – net als enkele andere uitgevers – een paar van haar abonnementstijdschriften omgezet naar het model waarbij alles volledig open access is. Geen sinecure, maar het is gelukt en auteurs plukken er nu de vruchten van. Het omgekeerde is overigens ook voorgekomen. Zo bleek er bijvoorbeeld aan de gouden-openaccessopzet van een tijdschrift als het in 2014 gelanceerde Computational Condensed Matter toentertijd maar weinig behoefte te zijn. Daarom is het tijdschrift alsnog overgegaan op het traditionele model en loopt het nu wat beter. Physics of the Dark Universe kent een soortgelijke geschiedenis.

Ook Physica staat op de lijst van gouden openaccess- en hybride tijdschriften.

 

Flexibel
De rode draad in al deze initiatieven is wat Elsevier betreft het streven om auteurs die via het gouden model willen of moeten publiceren, een passend tijdschrift te bieden – zonder de auteurs voor wie dat minder speelt te benadelen. Het ene vakgebied heeft nu eenmaal een heel andere dynamiek en andere publicatiegewoonten dan het andere. En ook instituten, financiers en landen verschillen in hun wensenpakket. Elsevier probeert zo goed als het kan mee te bewegen met deze ontwikkelingen [3]. Door verschillende publicatiemogelijkheden te bieden, hopen we aan de wensen van alle auteurs te kunnen voldoen – zij staan immers aan het roer van hun artikel.
Het streven naar open access past in de visie die Elsevier heeft op open wetenschap [4]. Transparantie in het peerreviewproces, het ontsluiten van data en software en die verbinden aan artikelen, de beoordeling van kwaliteit van software en data en het ondersteunen van plannen voor research data management – allemaal zaken die wij voorstaan en waar we initiatieven in ontplooien. Wij zien de rol van wetenschappelijke uitgever dan ook niet langer als alleen maar een doorgeefluik van informatie, maar als een partner die wetenschappers helpt met elkaar in contact te komen, onderzoek zichtbaar te maken buiten de eigen groep en wetenschappers beter geïnformeerde beslissingen te laten nemen.
Het driehonderd jaar oude concept van het tijdschriftartikel staat wat ons betreft nog fier overeind, maar we dragen graag ons steentje bij aan verbeteringen eraan.

Over de auteur: José Stoop werkt sinds een decennium als Publisher op de Radiation and Space portfolio bij Elsevier, waar zij aan de wieg stond van de lancering van meerdere nieuwe tijdschriften in de natuur-en sterrenkunde. Recentelijk was ze zeer intensief betrokken bij de lancering van een nieuw gold openaccestijdschrift, Physics Open.

Referenties
1 The Plan S footprint: Implications for the scholarly publishing landscape, Institute for Scientific Information, maart 2019.
2 Sponsoring Consortium for Open Access Publishing in Particle Physics.
3 www.elsevier.com/open-access/supporting-open-access.
4 www.elsevier.com/about/open-science.