Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Philips Natlab

NTvN 90-04

Het aprilnummer is uit!

Zwaartekrachtgolfdetector LISA

De Europese Ruimtevaartorganisatie ESA heeft groen licht gegeven voor de lancering van de zwaartekrachtgolfdetector LISA. Lees meer over deze detector in het aprilnummer. Credits: ESA–C.Carreau.

Vorige Volgende

Artikel

Philips Natlab

Gepubliceerd: 1 February 2017 14:00

Dat goed natuurkundig onderzoek kan leiden tot nieuwe en betere producten staat buiten kijf. Echter, dat het omzetten van onderzoeksresultaten naar succesvolle marktintroductie nog geen sinecure is, blijkt wel uit het boek Philips Natlab, Kraamkamer van ASML, NXP en de cd van Paul van Gerven en René Raaijmakers [1]. De auteurs hebben de omvangrijke taak op zich genomen om een boek te schrijven over het belangrijkste industriële lab van Nederland. Daarvoor is er met vele Natlab’ers gesproken en uitgebreid de literatuur geraadpleegd. Uit deze berg van gegevens hebben ze op zeer kundige wijze een interessant en goed leesbaar verhaal gemaakt. Daarbij is een selectie gemaakt van vier belangrijke producten waar het Natlab grote invloed op had, te weten: de compact disc, geïntegreerde elektronische schakelingen (verzelfstandigd vanuit Philips in NXP), de waferstepper (op de markt gebracht door Philips’ joint venture ASML) en beeldschermen. In al deze gevallen blijkt het proces van natuurkundig onderzoek tot verkoopbaar product moeizaam te verlopen met successen als de compact disc en de waferstepper, maar ook mislukkingen als kleuren-lcd-schermen en digitale geïntegreerde schakelingen (ic’s).

Van Gerven en Raaijmakers richten zich in deze thema’s vooral op de personen die de vindingen mogelijk hebben gemaakt. In een wereld van botsende ego’s, stopgezette onderzoekslijnen en ongegeneerde zelfpromotie is het niet verbazingwekkend dat hier regelmatig sprake is van dramatische verwikkelingen. Deze worden door Van Gerven en Raaijmakers dan ook breed uitgemeten en vermakelijk gebracht. Het boek is soms zelfs spannend wanneer je je afvraagt of het product uiteindelijk een succes zal worden of zal floppen. Het boek is vooral verhalend en biedt niet zozeer diepgaande technische of bedrijfskundige analyses van de verschillende gevallen, maar geeft wel een interessant kijkje achter de schermen bij Natlab en de dynamiek van toegepast onderzoek. De achtergrond van de verschillende uitvindingen is in vrij korte populair-wetenschappelijke appendices aan het einde van de hoofdstukken beschreven waardoor de precieze technische achtergrond veelal onduidelijk blijft. Degene die in dit boek uitgebreide technische verhandelingen verwacht, is dan ook gewaarschuwd. Voor de gemiddelde lezer die Philips alleen van zijn producten kent is er veel nieuws te vinden over de ontstaansgeschiedenis van verschillende Philips-uitvindingen. Echter, voor de niet-ingewijden worden er wel erg veel personages ten tonele gevoerd die verder geen gezicht krijgen (letterlijk). Het boek bevat sowieso niet veel illustraties om de vele technische opstellingen, producten en fabricageprocedés uit te leggen.

Gezien de recente (verdere) opsplitsing van Philips en het huidige klimaat van lage investeringen in industrieel onderzoek zal een lab van deze omvang en met deze invloed op ons dagelijks leven waarschijnlijk niet meer in Nederland terugkomen. Dit boek vormt dan ook een mooie nagedachtenis aan het meest roemruchte industriële laboratorium dat Nederland ooit heeft gekend. Voor iedereen met een interesse in industrieel en toegepast onderzoek is dit boek zeker een aanrader.

Jeroen Kalkman

Noot
1 In het oktobernummer van 2016 van het NTvN stond een voorpublicatie van het boek.